Het energielabel van een huurwoning wordt bepaald door een gecertificeerde energieadviseur. Deze adviseur voert een grondige inspectie uit van de woning en beoordeelt diverse aspecten zoals isolatie, verwarmingsinstallaties, ventilatiesystemen en de aanwezigheid van energiezuinige voorzieningen zoals zonnepanelen. Op basis van deze inspectie wordt een energielabel toegekend dat varieert van A++++ (zeer energiezuinig) tot G (zeer energie-inefficiënt).

Hoewel de energieadviseur het energielabel vaststelt, heeft de verhuurder wel de ruimte om te bepalen welke aanpassingen hij doet om een bepaald energielabel te bereiken. De verhuurder kan ervoor kiezen om investeringen te doen in betere isolatie, energiezuinige ramen, of het installeren van zonnepanelen en moderne verwarmingssystemen om het energielabel te verbeteren.

Nadat een energielabel is toegekend, kan de verhuurder de huurprijs opnieuw vaststellen op basis van de energiezuinigheid van de woning. Een beter energielabel kan leiden tot een hogere huurprijs vanwege de lagere energiekosten voor de huurder, dus kan een energielabel invloed hebben op de huurprijs.

Bij het toekennen van een energielabel kan de verhuurder besluiten om verbeteringen door te voeren om bijvoorbeeld van energielabel D naar C te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door het verbeteren van de isolatie of het installeren van energiezuinige apparatuur.